Bijnamen: De herkomst van Pruis Piet

Mijn grootvader werd ‘Pruis Piet ziene Piet’ genoemd. Zijn vader was dus ‘Pruis Piet’, maar die naam kreeg hij pas later, in eerste instantie werd hij Alfe-Naate-Piet genoemd. De herkomst van die naam was vrij eenvoudig: Hij was de kleinzoon van Alfons/Adolphus Janssen (1779-1863) en Naatte komt van Leonardus Janssen (1813-1899), de vader van mijn overgrootvader.

Maar dan de naam ‘Pruis Piet’, dat is een ander verhaal…

De naam Pruis Piet komt van de familie Berghs, de tweede vrouw van Peter Janssen, mijn overgrootvader. Mijn overgrootvader (Peter Janssen, 1859-1940) was dus getrouwd met een dochter van Leonard Berghs (1839-1919). En deze Berghs werd Pruis genoemd.

DE NAAM PRUIS
Deze Leonard Berghs werd op 23 april 1839 in Roggel geboren en kwam op 6 december 1874 van Grefrath op de Roggelseweg in Helden (in het gehucht ‘De Keup’ wonen). Zijn vrouw Cornelia Gijsen werd eveneneens in Roggel geboren. Zij kwam vanuit Suchtelen, een plaatsje bij Grefrath, ook naar ‘De Keup’. In de buurt kreeg Berghs al snel de naam ‘Pruis’, een naam die bij de woning aan ‘De Keup’ verbonden was, zodoende dat mijn overgrootvader ‘Pruis Piet’ genoemd werd. Mijn grootvader, die op ‘De Keup’ werd geboren was dus ‘Pruis Piet ziene Piet’ (1909-1998).

De naam ‘Pruis’ waa dus verbonden met de woning op ‘De Keup’. Een woning die ook een geschiedenis heeft. Peter Janssen kocht dat huis en kon het zo betalen; dat had de rest van de familie Berghs niet verwacht en die waren daar ook een beetje kwaad over, maar mijn overgrootvader bood het hoogste en kreeg dus het huis van de familie Berghs.

Op het Strötje woonde een broer van de vrouw van Pruis Piet, Gerardus Berghs (1875-1918) en die werd daar ook Pruis Gradje genoemd.

Dat mensen vernoemd werden naar een woning, gebeurde vaker. Mijn grootvader, ‘Pruis Piet ziene Piet’ werd zo op de Keup genoemd, vaak ook wel kortweg ‘Pruis Piet’. Hij trouwde in 1938 met Cato Lenders, de oudste dochter van Sil Lenders (Lètjes Sil), die in Neerkant woonde, maar die oorspronkelijk van Everlo kwam. Zijn broer, Wöllem Lenders (Lètjes Wöllem) had daar een boerderij.
Die boerderij werd overgedaan aan To en Piet. Piet werd in Everlo ‘Lètjes Piet’ genoemd.

De naam Letjes lijkt een verbastering van de officiële familienaam, Lenders, maar dat zit toch iets anders. Er is zelfs nog een leuke anekdote over te lezen.