Frencken’s ‘Stiefselfabriek’ in Weert

Het zoeken naar voorouders bracht me naar midden 1500. Tot nu toe was ik met het zoeken naar de Frencken-voorouders gestrand in het Roermond van 1613, waar Franciscus Frencken gedoopt werd. Via contacten in Heinsberg kwam ik echter achter nog enkele voorouders, met als stamvader Hans Francken (1560). Via die lijn kwam ik een hele nieuwe tak van de familie op het spoor, uitkomend in Weert bij de familie Frencken van wiens bestaan ik afwist maar die ik nog niet kon koppelen aan onze stamboom, tot vandaag.

Via de stamboom kwam ik een aardige anekdote op het spoor, over de Weerter ‘Stienselfabriek’. Deze benaming dateert uit de tijd van de oorspronkelijke dextrinefabrikage. Daarna werd door de verdeling van dextrine tot plakmeel de productie van kleefmiddelen, lijmen en kitten ter hand genomen. De samenstelling en productie werden geheel in eigen laboratorium verwezenlijkt.

De stijfselfabriek van de gebroeders Henricus Hubertus Frencken (1856) en Martinus Jozephus Frencken (1857) werd in 1901 gevestigd bij de kruising van de IJzeren Rijn en de Zuid-Willemsvaart. In 1906 brandden de fabriek en het woonhuis af als gevolg van zelfontbranding in het opgeslagen meel. De opstallen werden op dezelfde plaats herbouwd. De gebroeders hadden al een stijfselfabriek in Dalheim (D). Zoon Ernest Frencken (1893) trouwde met Wies Caris (1891) en nam de fabriek over. Diens zoon Harrie Frencken (1918) was de laatste directeur uit de familie.

Overigens: Het bedrijf bestaat nog steeds!

Met dank aan Art-is Communicatie.