Om de stamboom van ‘onze’ tak Frencken uit te zoeken moest ik op diverse plekken zijn, beginnend bij ‘De Moennik’ in Helden om zo ‘van boven naar beneden’ de route uit te pluizen. Ik bezocht onder meer het gemeentelijk archief in Roermond, de heemkunde in Sint-Odiliënberg en Melick en ging samen met mijn oom, Hub, naar het RHCL (kerkregister) in Maastricht waar we nog interessante zaken ontdekten.

 

Voor de oorsprong van de familie Frencken moeten we in de regio Heinsberg (D) beginnen, in 1500 geografisch behorend bij het huidige Limburg. Hier werd op 27 januari 1591 in de St. Gangolf-kerk Nicolaus Sebertus Frincken geboren. Diens ouders, Hans Francken en Gerarda (Grett) Huybregchts Wuestenborchs komen uit een andere plaats dan Heinsberg. Welke? De speurtocht loopt… Nicolaus en zijn vrouw Barbarae von Bocket verhuisden naar Roermond. Net na de Inname van Roermond, wat het beleg en plundering van de stad tijdens de Tachtigjarige Oorlog was, die plaatsvond op 23 juli 1572, van het begin van de Gouden Eeuw, kunnen we in Roermond de eerste doopakte vinden met de achternaam Frencken, gelieerd aan ‘onze’ tak. Op 2 april 1613 wordt in de bisschopsstad Franciscus Frencken geboren. Hij zal beslist getrouwd zijn, maar met wie en wanneer is (nog) nergens terug te vinden. Het was een bewogen tijd, want in Nieuw-Amsterdam wordt door Jacob Eelckens en Hendrick Christiaenssen een handelsverdrag gesloten, dat bezegeld werd met een zilveren ketting en een wampum van respectievelijk Nederlandse en Indiaanse zijde.

 

Uit het huwelijk van Franciscus komt één zoon, Dionisius. In een akte wordt de achternaam nog als ‘France’ geschreven, terwijl diens vader als ‘Frencken’ genoteerd staat.

 

Dionisius is vroeg getrouwd, rond 1640 met Anna Cosijnkers. Uit dit huwelijk komen drie zonen en twee dochters. Eén van die zoons is Gerardus, geboren in 1661. Hoewel Gerardus in Roermond blijft, verhuizen zijn broers naar Sint-Odiliënberg. Ook de achternaam wordt vanaf hier op andere wijzen geschreven, van Frenken, naar Vrenken en zelfs Franken. Omdat alles in die tijd fonetisch ging en vele mensen niet konden lezen en schrijven zullen zaken in die tijd foutief zijn overgenomen. Het ijkpunt is echter steeds naar hetzelfde punt te herleiden.

 

De CBG Familienaambank laat zien dat de achternaam Frencken in Zuid-Nederland het meest voorkomt. Omdat de achternamen pas in de Franse tijd officieel moesten worden vastgelegd, wisselt er nogal eens wat. In ‘onze’ tak blijft de naam Frencken echter consequent geschreven zoals anno nu het geval is.

 

De naam Frencken is een patroniem voor Frank, dat vanuit de Franse tijd (deFrancq) naar Nederland is gekomen. Het is een bijnaam uit het Oudfranse franc, het Germaanse frank. In de stamboom van ‘onze’ familie Frencken is te zien dat onze voorvader Dionisius Frencken (1640) ook terug te vinden is als Francken. Het is dus goed mogelijk dat de naam Frencken in deze tijd nog wisselde, gezien de voorvader van Dionisius, Franciscus Frencken (1613) met de schrijfwijze zoals we die nu hanteren, in het doopregister van de ‘Katholijke Kerk’ (archief Maastricht) is opgenomen. Verder teruggaande in de tijd zie je in Limburg ook veel achternamen die een patroniem zijn van de huidige naam Frencken.

 

Onze tak bleef dus medio 1661 in Roermond. Gerardus Frencken (13 augustus 1661) trouwde met Maria Thijssen. Zij stichtten in Roermond een gezin en kregen zes kinderen, vier jongens en twee meisjes. Het was de tijd dat ons gebied ook wel de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden genoemd werd.

 

Hoewel zoon Joannes (1985) (Jan) naar Heythuysen verhuisde waardoor de naam Frencken een eeuw later in de regio Weert veel gebruikt werd, bleef de ouders zoon, Joannes Henricus (1693-1772) (Hub) Frencken in de regio Roermond. Zijn geboortejaar was ook het jaar dat de champagne Dom Perignon het levenslicht zag. Maar Gerardus en Maria zullen geen champagne gedronken hebben, want in de streek heerste destijds veel armoede.

 

Zoon Joannes Henricus trouwde op 16 december 1711 in Roermond stad met Henrica Jorinckers. Dit was aan het einde van de Spaanse tijd (1555-1713). Lang bleven ze echter niet in Roermond, want tien jaar na hun huwelijk verhuisde het tweetal naar Vlodrop. Hier kregen ze hun eerste kind, een dochter. Hun tweede kind, een zoon, werd in 1725 verwelkomd. Ze noemden hem Lambert Frencken.

 

Deze Lambert (1725-1781) is twee keer getrouwd, de eerste maal met Maria Beurskens uit Melick. Zij stierf begin 1769. Datzelfde jaar trouwde Lambert met Anna Maria Hommen, eveneens uit Melick. Vroeger gebeurde het vaker dat bij een vroegtijdig overlijden opnieuw getrouwd werd. Vaak werd dit gedaan om zo de zekerheid te hebben voor de kinderen.

 

Lambert Frencken en Maria Hommen woonden in Melick en kregen twee zoons, Mathijs en Lambert. Bij laatstgenoemde gaat ‘onze’ stam verder. Eén jaar nadat Napoleon Bonaparte zichzelf tot Keizer van Frankrijk had gekroond, trouwde Lambert in Roermond met Petronella DeBock. In enkele akten wordt deze Petronella DeBock ook beschreven als Deboek. Er werd bewust voor Roermond gekozen, want Lambert werd hier slager. Het echtpaar kreeg vijf kinderen, Petronella overleed twee jaar na de geboorte van haar laatste kind. Het gezin Frencken – de Bock woonden bij het overlijden op 4 april 1811 van hun éérste kind Dominicus (5 jaar) in de Bakkerstraat in Roermond. Lambert was toen 25 jaar. In 1821 woont het gezin op de ‘Kloosterwand 376’ waar hij bleef wonen toen hij hertrouwde (negen maanden na het overlijden van zijn eerste vrouw) met Maria van Kessel op 19 juli 1819. Het echtpaar bleef in Roermond op de Klooosterwand 376 wonen. Zij kregen samen nog zeven kinderen, waaronder Peter Frencken. Het werk als slager zette hij echter niet voort, hij werd landbouwer en had weilanden in Vlodrop en Melick.

 

Uit het eerste huwelijk van Lambert met Petronella werd Lambertus (junior) geboren, op 7 augustus 1808. Deze Lambertus heeft meegemaakt dat de Napoleontische tijd ten einde kwam. Hierdoor kwam Nederland als staat terug op de kaart van Europa. Nederland had altijd al een belangrijke rol gespeeld als buffer om de Franse expansiedrift in toom te houden, en in het bijzonder de Tsaar van Rusland wou dat zo houden, en vroeg daarom om teruggave van de Nederlandse koloniën. Op het congres van Wenen (1814-1815) werd een compromis met de Britten bereikt: Alleen Nederlands-Indië kwam terug in Nederlandse handen, maar noord- en zuid- Nederland werden herenigd. Nederland werd een monarchie, met de zoon van de laatste stadhouder Willem V als koning Willem I.

 

Het zal niet zo’n indruk gemaakt hebben op Lambertus junior (1808-1897). Door zijn werk als kleermaker kwam hij in contact met Joanna Teeuwen (1805-1880), dochter van Henricus Teeuwen uit Maasbree. Joanna was een prille weduwe, want haar eerste echtgenoot, Segerus Stevens was kort voor de eerste ontmoeting met Lambertus overleden. Ze trouwde met Lambertus op 16 juli 1838 in Helden. Lambertus besloot om zijn vak als kleermaker in dit plaatsje uit te voeren.

 

Lambertus en Joanna kregen één zoon (Hendrik) en één dochter (Petronella). Hendrik (1845-1932) is de overgrootvader van mijn moeder. Hij nam het vak van kleermaker over van zijn vader en voerde dit ook in Helden uit.
Hij leerde in Nederweert Joanna Linssen kennen. Deze Joanna (geboren in 1848) woonde met haar ouders in Nederweert, maar haar moeder kwam uit het Belgische Bree. Haar overgrootvader maar ook haar grootvader waren herbergier. in de tijd van de Belgische Opstand. Hierdoor kwam het overgrote deel van Limburg onder Belgisch bewind. In de Belgische tijd waren er in de gemeente Helden nogal wat ongeregeldheden die samenhingen met de afscheiding en het zelfstandig worden van de parochie Panningen (of Kapel) waartegen de moederkerk van Helden-Dorp hevig gekant was. Het maakte voor het prille paar weinig uit, want op 8 april 1872 huwde Joanna met Lambertus Frencken.

 

Vanwege het werk dat Lambertus uitoefende, gingen beiden in Helden wonen. Hier kregen ze tien kinderen.

 

Hun eerste kind, een zoon, was Hubertus Theodorus (1873-1928). Ook hij werd kleermaker. Nederland had in die tijd ruim 4 miljoen inwoners. In Baarlo leerde Hubertus Maria Creemers (1872-1935) kennen, en op 8 juni 1903 trouwden ze met elkaar, twee maanden voordat Kardinaal Giuseppe Sarto gekozen werd tot Paus Pius X.
Het katholieke geloof speelde begin 1900 een sterke rol binnen de Noord-Limburgse gemeenschap. Hubertus was lid van de Derde Orde van de Heilige Fransiscus. Als niet-gewijde gelovige sloot hij zich als tertiaris aan. De seculiere derde orde van de Franciscanen wordt anno 2020 de Orde van Franciscaanse Seculieren (O.F.S.) genoemd maar is niet meer zo groot vertakt dan begin 1900.

 

Het echtpaar Hubertus en Maria kreeg vijf kinderen, maar begin 1900 was er een hoge kindersterfte. Zo stierf dochter Maria (1908) op 12-jarige leeftijd, werd zoon Hendrik nog geen jaar oud en overleed dochter Hubertina toen ze drie jaar oud was.

 

Twee zoons, Siegfried (1907-1974) en Gerardus (1911-1987) werden ouder, maar vader Hubertus overleed zelf toen beiden respectievelijk 21 en 17 waren. Grootvader Hendrik (1845-1932) leefde nog twee jaar verder en had veel verdriet van het overlijden van zijn zoon.
Moeder Maria Creemers werd ziek en moest naar het tbc-sanatorium in Heel. Dit sanatorium werd beheerd door de zusters Dienaressen van de Heilige Geest uit Steyl. In 1926 werd het complex nog uitgebreid en toen waren het de Kleine Zusters van de Heilige Joseph die het geheel bedienden. Er werd, als we de overleving raadplegen, met harde hand geregeerd. De patiënten waren onder behandeling van arts Robert Magnée de Horn, afkomstig van een familie uit België, die zich in 1789 in Horn vestigde en daar nog steeds woonachtig is op het gelijknamige kasteel Horn. Maria Creemers overleed in het sanatorium op 31 mei 1935; ze was toen 62 jaar.

 

De twee zoons Siegfried en Gerardus gingen ieder hun eigen weg. Siegfried (Sief) leerde voor onderwijzer en stond jarenlang aan de eerste klas van de Lambertusschool in Helden. Broer Gerard werd ambtenaar en later burgemeester van Wessem en Voerendaal.
In zijn vrije tijd schreef Sief gedichten en versjes en was hij sociaal bijzonder actief binnen de Heldense gemeenschap. Ook was hij als journalist actief voor onder meer ‘Midden-Limburg’ en het ‘Dagblad voor Noord-Limburg’. Hij trouwde op 20 april 1938 met Nelly Kranen (1906-1949) uit Helden en ze kregen zes kinderen, Hub (1939), Hein (1941), Theo (1943), Marianne (1945), Gerrit (1946) en Peter (1949-1973). De oorlog zat ook nog tussen de geboortes. Veel leed bracht deze oorlog, ook in Helden. Bijna 100 inwoners verloren hun leven. Tientallen gebouwen werden verwoest of beschadigd. Helden was in de oorlog een haard van verzet tegen de Duitsers. Ontstaan uit de jeugdorganisatie groeide het verzet uit tot een hechte organisatie. Siegfried Frencken werd door de Duitsers weggevoerd naar Duitsland waar hij het in tegenstelling tot anderen, redelijk, had.
Toen hij terug in Helden kwam, werd hij verrast door de geboorte van zijn dochter, Marianne. Enkele jaren later, tijdens de bevalling van Peter (26 juli 1949) kwam zijn vrouw Nelly te overlijden. De kinderen werden op enkele plaatsen bij familieleden en bekenden ondergebracht. Sief hertrouwde, tien jaar na het overlijden van Nelly, met diens zus, Mia (1921-1992).

Mijn oom Hub (1939) en diens vrouw Astrid (1944) zijn op 28 maart 2012 in Roermond gaan wonen waar overgrootvader Lambertus Frencken in 1830 vandaan kwam toen deze Roermondse familie in Helden ging wonen. Hub is op 13 maart 1939 in Helden geboren als eerste zoon van Sief en Nelly Kranen.

 

Mijn moeder, Marianne, kwam tijdens carnaval in Helden, Raf Janssen (1945), mijn vader, tegen. De geschiedenis van de familie Janssen lees je hier.

 

Een bewogen geschiedenis, die nooit af is en altijd aangevuld kan worden…