Meer weten?

Maak een keuze uit de mogelijkheden.

Familie Lenders

Familie Lenders

Gevardus de Calheze

De eerste 'Lenders' uit begin 1300

Familie Janssen

Familie Janssen

De geschiedenis van deze Heldense familie

Van Alfe-Naate Piet terug naar begin 1600

Familie Frencken

Familie Frencken

Het verhaal van Lambertus Frencken die rond 1830 naar Helden kwam

Hoe deze Roermondse familie zich in Helden vestigde

De stamboom

De stamboom

Een stamboom is nooit af. Check hier de laatste versie van de stamboom

Hoe ziet de stamboom van enkele families eruit?

Nieuws

Lees hier interessante wetenswaardigheden

Helje oos dörp in dialect-website

Net na de Tweede Wereldoorlog schreef Sief Frencken uit Helden de tekst voor het eerste Heldense volkslied, ‘Heldje oos dörp’, genaamd. Zijn zwager Will Kranen schreef de muziek. Vele jaren werd het lied op diverse gelegenheden in Helden-Dorp gezongen en gespeeld, of het nu was op de lagere school of bij gelegenheden waarbij de Heldense Fanfare ‘Sint Cecilia’ de zangers muzikaal ondersteunde. De wat oudere Heldenaren herkennen het lied meteen, de wat jongere zegt het niets. Het lied is in de vergetelheid geraakt. Vandaar dat een website dit lied een blijvende herinnering moet geven.

Idderein kan ’t dao bevalle
Om aan te tonen dat het goed toeven is in Helden, werd bij de installatie van burgemeester Hoeijmakers in 1964 het lied gezongen. Het lied werd op veel plekken binnen de Dörper gemeenschap gezongen. Bij Jong Nederland in Helden stond het lied vaak op het programma maar ook op de lagere school maakte het onderdeel uit van een lesdag.

Sjoeën Helje-Dörp
“Iedereen kent het lied ‘Sjoeën Helje Dörp’ van De Bretelboys, het lied ‘Heldje oos dörp’ wordt de laatste jaren niet meer gezongen of gespeeld. De wat oudere inwoners van Helden-Dorp kennen het nummer. En om het niet in de vergetelheid te laten komen, wil ik zorgen voor een blijvend iets, vandaar een website over dit eerste Dörper volkslied”, aldus Pieter Janssen die de site geheel in het Hèljes dialect samenstelde. Janssen is een kleinzoon van tekstschrijver Sief Frencken (1907-1974).

Helje.online
De website www.helje.online geeft de tekst van het lied, de muziek, beschrijft de historie en het veranderen van de Hèljese taal maar wist ook de oudste opname van het lied, uit 1958, op te duiken. “Mijn grootvader was altijd met taal bezig. Geschiedenis en taal hebben mijn interesse dus kon dit mooi samengevoegd worden”, zo vertelt Pieter Janssen.
Naast het lied is er op de website ook aandacht voor het Hèljes dialect in een bredere zin en zijn er links naar websites die ook met de Heldense geschiedenis bezig zijn.

In uitgave 80 van ‘De Moennik’, het tijdschrift van Heemkundevereniging Helden is er uitgebreid aandacht voor het eerste Dörper volkslied. Hierin staat ook de gehele tekst van het lied, door Sief Frencken in 1947 geschreven en zijn er enkele anekdotes te lezen.

Meester Frencken en de Pupil

Jacques Frencken is in Beringe bekend onder zijn geuzenaam ‘Meester Frencken’. Als hoofd der school was hij een bekend gezicht in de dorpskern van de voormalige gemeente Helden. Op deze website schreven we eerder over hem, want hij wist in 1944 op opzienbarende wijze aan de Duitsers te ontsnappen en hij was na de Tweede Wereldoorlog samen met zijn broer Harry de úitvinder’ van de ‘Pupil’, een zelfbouwradio, op de markt gebracht door de firma van broer Harry, Maxwell. Over die ‘Pupil’ kwam een filmpje boven water.

In het filmpje is te zien hoe radioamateur Piet Lassche een werkende ‘pupil’ aanbiedt aan de toen 89-jarige Jacques Frencken. De zoon van Jacques, Henk Frencken meldt: “Ik heb het filmpje gemaakt toen mijn vader 89 jaar was, een jaar voor zijn overlijden in 2013.”

Tevens is te zien hoe Jacques Frencken vertelt over een toenmalige radio-uitzending. Daarnaast vertelt Jacques dat de kastjes waar de ‘Pupil’ in zat in Panningen gemaakt werden door een bedrijf die dozen voor sigarenfabrieken maakte, waarin het radiotoestel goed paste.

Er zijn drie generaties Frencken te zien in de film, grootvader Jacques, zoon Henk en kleinzoon Han. Grootvader Jacques geeft in het filmpje nog wat achtergrondinformatie, zo vertelt hij dat Philips op een bepaald moment in de gaten kreeg dat de ‘Pupil’ erg in trek was en een eigen versie maakte, genaamd ‘pionier’.

De ‘Pool’ en de spelling

Nu de vastelaovend achter ons ligt en er weer veelvuldig ‘Heljes’ geschreven is, roept dit altijd vragen op wat nu de èchte juiste spelling is. Natuurlijk, er is het Hèljes woordenboek maar soms blijven zaken discutabel. Mijn grootvader Sief Frencken was bijzonder bedreven in de Hèljese taal en schreef diverse gedichten, liedjes en voordrachten in zijn moederstaal, maar wat is nou goed en wat is ietsje minder goed?

Op 29 november 1947 stuurde een zekere L.C. in Nieuwsblad ‘Midden-Limburg’ dat wekelijks dialect gedichten van mijn grootvader publiceerde, een ingezonden brief.

Als lid van ‘Veldeke’ (vereniging tot instandhouding en bevordering der Limburgse dialecten) verheugde het mij ten zeerste, enige weken geleden in dit weekblad een gedicht aan te treffen in ’t ‘Heldjes’. Dit is ene gebeurtenis in het bestaan van Midden-Limburg, die maar al te zelden voorkomt. Het zou mij en het bestuur van Veldeke een groot genoegen doen, wanneer er meerdere stukken proza of poëzie in onze dierbare streektaal zouden verschijnen. Vooral daar ’t ‘Heldjes’ zo goed als niet vertegenwoordigd is in ’t maandblad van deze vereniging.

Enige opmerkingen moeten mij nochthans van het hart. De schrijver van ‘Ontkroeënde Pool’, heeft herhaalde malen gezondigd tegen de spelling van het dialect. De klanken die hij schrijft geven niet de uitspraak aan, zoals die in ’t ‘Heldjes’ gehoord wordt. Laat ik hier enige voorbeelden van geven.
Hij schrijft Burgemisjter, terwijl dit moet zijn Börgenèsjter; Durp i.p.v. Dörp en i.p.v. ’t lilker i.p.v. lèlleker, kestanje i.p.v. kerstaanje, poeul i.p.v. päöl, mit i.p.v. mèt. Verder meen ik een inconsequentie te moeten zien in ‘sjuute’ (met een j) en ‘struuk’ (zonder j).

Indien iemand meent, het hier niet mee eens te zijn, zoeke hij no 96 Aug 1942 van het tijdschrift ‘Veldeke’ op, waarin als bijlage verscheen: ‘aanwijzingen voor de spelling der Limburgse Dialecten’. Hij zal hiermede in meerdere opzichten zijn voordeel kunnen doen.

Nu ik toch over dialect aan ’t schrijven ben, wil ik ook eens de aandacht vestigen op het volgende verschijnsel. Meerdere personen, vooral de jeugd, helaas ook ouderen, hebben de onnozele gewoonte om, zodra ze een paar keer in Venlo zijn geweest, geen ‘Heldjes’ meer te ‘kallen’, maar Venloos te ‘praote’. Ons goed ‘Heldjes’ is volgens hen schijnbaar maar een inboorlingentaaltje, goed voor ‘kinderen en heikneuters’. Met deze gewoonte maken zij zich zelf belachelijk, vooral als men kan constateren, dat missionarissen, die tientallen jaren in de rimboe hebben gezeten, ‘Heldjes’ spreken van het zuiverste water.
L.C.

Over het gedicht waar ‘L.C.’ over spreekt: Dat lees je hier.
Het spreekt voor zich dat bovenstaand ingezonden stuk voor rekening van de auteur, L.C., is.