Heldens (in Heldens dialect: Heljes) ook wel; Pannings of Kèpels/Kepels genoemd. Is het Limburgs dialect dat in een groot gedeelte van de Limburgse gemeente Peel en Maas gesproken wordt. In de dorpen Panningen, Helden, Beringe, Egchel, Grashoek en Koningslust. Ook de dialecten van Baarlo, Kessel en Kessel-Eik komen enigszins met het Heldens overeen. De dialecten in de overige dorpen; Maasbree en Meijel wijken meer af, en het Meijels is zelfs een totaal verschillend dialect, geen Limburgs, maar een Brabants dialect. Het Maasbrees lijkt meer op het Heldens maar wijkt op enige punten af.

 

Het Heldens ligt ten zuiden en oosten van de volgende belangrijke isoglossen en voldoet aan de kenmerken die daarbij horen. Daarom kan het Heldens moeiteloos ingedeeld worden bij het Limburgs, terwijl ten noorden van Panningen-Helden de dialecten een geleidelijke overgang vertonen naar het Brabants en Zuid-Gelders.

 

Het Heldens is het meest noordwestelijke dialect binnen de subgroep Oost-Limburgs, dit gebied wordt in het noorden begrensd door de Uerdinger linie waardoor men hier ‘ich’ en ‘auch’ (ik en ook) zeggen, deze isoglosse loopt tussen de dorpen Panningen, Helden en Maasbree in, waardoor men in Panningen en Helden dus ‘ich’ zeggen en in Maasbree ‘ik’. Een zijlijn van de Uerdinger linie loopt nog een stuk noordelijker en omvat ook de dorpen Maasbree en Sevenum binnen het gebied, hier zegt men net als in het hele Oost-Limburgse taalgebied ‘mich’, ‘doe’ en ‘dich’ (mij, jij), tegenover ‘meej’ en ‘geej’ ten noorden van de zijlijn. Echter wordt in Maasbrees dialect doe niet gebruikt. Net als in het Venloos wordt doe vervangen door ‘dich’. Het gebied dat tussen de twee zijlijnen van de Uerdinger linie in ligt met onder andere het Maasbrees, Sevenums en Venloos wordt het mich-kwartier genoemd en vormen overgangsdialecten waar men dus enerzijds ‘mich’ en ‘dich’ zegt, anderzijds ‘ik’ en ‘auk’.

 

Een andere belangrijke isoglosse binnen het Limburgse taalgebied is de Panninger linie die even ten noorden en westen van Panningen het Oost-Limburgse taalgebied afbakent van het Centraal Limburgs ten (zuid)westen, en het Kleverlands en het Mich-kwartier ten noorden. Deze isoglosse is dan ook naar het dorp Panningen vernoemd. Het Heldens gebruikt een extra j klank bij de medeklinker combinaties; sp, st, sl, sm, sn en zw aan het begin van woorden. Bijvoorbeeld; ‘sjtao’n tegenover ‘staon’ (staan), ‘Zjwart’ tegenover ‘zwart’.

 

Een zijlijn van de Panninger lijn is de Panninger zijlinie. Ten noordwesten van Panningen, bij de dorpen Beringe en Grashoek vertakt deze isoglosse zich van de Panninger lijn en buigt om Meijel heen in zuidelijke richting. Dit is de enige isoglosse die ook Meijel nog bij de Limburgse dialecten betrekt. Het Heldens gebruikt daarom sj waar men ten noorden en westen sch hoort aan het begin van de woorden. Daarom zegt men hier ‘sjat’ tegenover ‘schat’ en ‘sjoeël’ tegenover ‘schoeël’ (school). Ten oosten van Grashoek vallen de Panninger linie en de Panninger Zijlinie samen.