De Maas als barrière in de 18de eeuw, of toch niet?
Het was bij het uitzoeken van de stamboom van mijn schoonouders, ook Janssen, dat ik op een opmerkelijke situatie stuitte. Anno 2020 gaan we de Maas over zonder erbij na te denken, maar hoe werd dit in de achttiende eeuw gedaan?
Hoewel mijn schoonvader en diens ouders uit het Belgische Dilsen-Stokkem afkomstig zijn, was dit rond 1700 niet zo. De oudste voorouder van deze stam, Joannes Janssen, werd voor 1700 geboren in het Duitse Wehr. Hier woonden enkele generaties ‘Janssen’ die vervolgens via Sittard in Stokkem terecht kwamen. Uiteraard was de geografische indeling in die tijd iets anders dan heden ten dage. Dat deze verplaatsing heeft plaatsgevonden is op zich niet zo vreemd, want Stokkem stond in de verre omgeving bekend als thuisbasis voor mandenvlechters (de korverij) en vele van de voorouders van mijn vrouw oefenden dan ook dit beroep uit. In Stokkem was zelfs een school om het vak te leren.
Het was Joannes Renerus Janssen (1783-1833) die vanuit Sittard vanuit zijn professie als mandenvlechter in Stokkem Maria Judith van Haen (1767-1843) leerde kennen. Van latere generaties Janssen zien we dat zij in Stokkem bleven wonen en als mandenvlechter actief waren, maar dat zij hun liefdesgeluk ‘euver de päöl’ gingen zoeken, voor het merendeel in het Nederlandse Stein. Op zich niet zo vreemd, daar de plaatsjes aan elkaar grenzen, maar wel apart omdat er een natuurlijke barrière tussen zat, namelijk de Maas.
Heden ten dage kun je heel eenvoudig de Maas over bij Maasmechelen en Maaseik en is er zelfs in Stokkem een veerpontje, maar dat was in de achttiende en negentiende eeuw toch ietsje anders.
We kennen nu de Scharberbrug die over de Maas in Maasmechelen gaat, meer bepaald het Nederlandse Stein en het Belgische Kotem met elkaar verbindt. Maar deze brug werd pas in 1973 voor het verkeer open gesteld. Iets verder noordelijk, ligt de Pater Sangersbrug in Maaseik. Deze verbindt deze Belgische plaats met het Nederlandse Roosteren. Hoewel deze brug pas in de jaren negentig van de vorige eeuw deze naam kreeg, vernoemd naar Pater Willem Sangers, die streed voor verbondenheid tussen Belgisch en Nederlands Limburg, was ook diens voorganger, de Maasbrug, in de periode die ik beschrijf, nog niet gerealiseerd.
Het was Gerard Mosterd van de Kunstkring Arnold Sauwen uit Stokkem die me vertelde dat er heel vroeger gebruik werd gemaakt van een soort veerpontje om de Maas over te kunnen steken. “Dat de mensen vroeger vanuit Nederland naar België kwamen met het veerpont bestaat al verschillende eeuwen. Waar het veerpont lag was afhankelijk van de loop van de Maas, die altijd met kleine beetjes opschoof naar oostelijke richting. De Maas verlegde vroeger meermaals haar loop, waardoor er grenscorrecties nodig waren. Zo werd in 1814 het grondgebied van het gehucht Boyen, voorheen van Grevenbicht (NL), bij Stokkem gevoegd. In 1839 legde een brand opnieuw 120 huizen in de as.
Tot 1816 stroomde de Maas vanuit Molenveld (een gehucht, gelegen in de buurt bij het huidige veerpont) via een bocht langs het kasteel van Stokkem en zo verder richting Oud-Dilsen. Die bedding noemen we nu nog altijd de Oude Maas. Op die Oude Maas lag vroeger in Stokkem het veerpont om de oversteek te maken”, zo vertelt hij enthousiast.
In 1816 is de Maas ten gevolge van een ijsgang opgeschoven naar oostelijke richting. “Het gevolg hiervan was dat het veerpont ook een nieuwe plaats moest krijgen, ongeveer de huidige locatie nu. Vanaf daar kon men die nieuwe locatie oversteken naar Berg aan de Maas. Op kaarten tussen 1815 en 1830 staat de weg naar het huidige veer al aangegeven”, zo vervolgt Mosterd.
Er zat ook, als bij zoveel zaken in de streek in die tijd, een religieuze input aan het veerpontje. “De zusters Penitenten, die vanaf 1643 in Stokkem verbleven en er een klooster en school bouwden kregen een deel van de opbrengst van de overzet met het veerpont”, zo weet Gerard Mosters.
“In de periode 1900-1930 lag er ook een veerpont tussen Grevenbicht en Rotem, te zien op een postkaart uitgegeven door Grevenbicht. Via de huidige fietsroute met knooppunten van Stokkem naar Rotem kan men daar in het toeristisch seizoen naartoe fietsen en dan met het fietsveerpont de Maas oversteken”, zo besluit Gerard Mosterd.
De insteek over hoe de diverse Janssen-nazaten van Joannes Janssen (1797-1862) hun huwelijksgeluk aan de overzijde van de Maas opzochten, is dus opgeklaard. Het veerpontje bestond al vele jaren.