Johannes Janssen bij de Arbeidseinsatz

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden jonge mannen en vrouwen uit door Duitsland bezette gebieden gedwongen om in de nazi-Duitse oorlogseconomie Duitse mannen te vervangen die als soldaten dienden. Een waargebeurd verhaal over een dappere ontsnapping om uit handen van de Duitser te blijven had bij de familie Janssen grote gevolgen.

De Arbeidseinsatz was een vorm van dwangarbeid. Deze werd goed gedocumenteerd maar af en toe mist er iets. Het Nederlandse Rode Kruis (NRK) verzamelde na de oorlog gegevens van de tewerkgestelden. Eén van deze tewerkgestelden was Johannes Hendrikus Janssen. Via Wilhelmus Janssen (1736-1818) is hij familie van me. De geschiedenis van hem gaat niet bepaald over rozen.

In eerste instantie is over Johannes Hendrikus Janssen niet veel te vinden. Onder inventarisnummer 602 is zijn toegang bij nummer 2.19.323 geregistreerd. Eenmaal verder te gaan in deze familiegeschiedenis komt toch het een en ander boven water.

Johannes Hendrikus Janssen
Johannes is het derde kind van Christian Janssen (1883-1973) uit Sevenum en Grada Mulders (1886-1961) uit Druten. Voor hem komen zus Johanna Maria (1911) en broer Theodor (1913). De tweeling Maria en Berdina (1925) is bijna vier jaar jonger. Berdina sterft na vier maanden.

Janssen en de Arbeidseinsatz
Overal in de woonplaats van Janssen, Nijmegen, hangen in 1943 affiches dat mannen die in 1921 geboren zijn, zich voor de Arbeidseinsatz moeten melden. Johannes Hendrikus uit die plaats is geboren op 7 maart 1921 in de Keizerstad.
Op 17 mei 1943 meldt de 22-jarige Janssen zich bij de Districts Arbeidsbeurs. Hij vertrok naar het Duitse Rheinhausen, in de kreis Moers, ruim 80 kilometer van Nijmegen. Hier werd hij als beambte in een fabriekshal bij de Friedrich-Alfred-Hütte tewerk gesteld om spoorwegen te bouwen.

Op 3 maart 1945 werd Rheinhausen bevrijd. De divisie waar Janssen werkte werd diezelfde dag opgeheven, echter Johannes Janssen was verdwenen zo blijkt uit archiefonderzoek. Janssen was weggevlucht van de dwangarbeid. Hij was in soldatenkledij van het Britse leger gevlucht uit Duitsland. Hij was ver weg van Rheinhausen en zat in Cherbourg-en-Cotentin, in het Franse Normandië. Hij was rond oktober 1944 weggevlucht en wilde naar Engeland toe. Maar hij strandde in Normandië. Hier trouwde hij op 15 januari 1945 met de Française Augustine Kollofel (1909-1977) die hij kort daarvoor had leren kennen. Koloffel was een geboren Parisienne die uit een eerder huwelijk (1931-1942) met Jules Hostein uit Parijs een dochter, Marie had. Johannes laat zich op 19 november 1945 officieel uit zijn woonplaats Nijmegen uitschrijven en gaat in het Franse Cherbourg wonen.

Terug naar Nederland
Het echtpaar krijgt op 27 april 1946 een zoon, Jean Christian Augustin Germain Janssen. Lang woont het gezin Janssen-Kollofel niet in Frankrijk, want op 11 december 1948 keren ze terug naar Nijmegen, waar de littekens van de Tweede Wereldoorlog nog zichtbaar zijn. Ze gaan bij de ouders van Johannes, aan de Gorisstraat 61, wonen. Johannes gaat aan de slag als broodbakker, maar vindt dit bij nader inzien toch niet zo’n fijn beroep. Hij werkt vervolgens als chauffeur en niet veel later als onderhoudsmonteur. In 1959 krijgt het echtpaar een eigen woning, aan de Jan de Witstraat 30 in Nijmegen. Men verhuisd nogmaals, in juni 1954 naar een woning op de Rootopstraat 4. In het huwelijk liep het niet goed. Johannes en Augustine scheiden op 26 oktober 1954.

Johannes trouwt vrij snel weer, op 27 mei 1955. Ditmaal met Wilhelmina Schuitema (1911), dochter van de bekende pianostemmer Lodewijk Schuitema die van Amsterdam naar Nijmegen kwam, begin 1900. Wilhelmina is eerder getrouwd geweest met Johan Pieter Pieters (1913) en kreeg vijf kinderen. Maria Anna is snel na de geboorte overleden, Robert Jan (1943), Marianna (1946) en Johan Pieter jr (1951) blijven bij vader Johan Pieter, alleen zoon Wilhelmus (1953) gaat met moeder Wilhelmina mee naar Johannes Janssen. Deze Wilhelmus krijgt vanaf de huwelijksdatum officieel de achternaam Janssen mee.

Het gezin woont nog kort op de Tooropstraat 4 in Nijmegen en verhuisd op 18 juni 1956 naar de Daalseweg 283.
Het huwelijk houdt enkele jaren stand. Op 26 juni 1973 scheiden Johannes en Wilhelmina. Dit vreet erg aan Johannes die diezelfde dag een eind aan zijn leven maakt.
Wilhelmina blijft nog enige jaren met haar zoon Wilhelmus in het huis aan de Daalseweg wonen. In mei 1977 verhuizen ze naar een woning aan de Zilverdenstraat in Nijmegen.
Ex-vrouw Augustins sterft in 1977, de tweede ex-vrouw Wilhelmina in 1981.

Meijelse Herberg De Swaen onder invloed van familie Lenders

Herberg De Swaen van echtpaar Lenders-Geutjens lag dicht bij de kerk in Meijel en was belangrijk in het dorp omdat daar onder meer de vergaderingen van de schepenbank (het gemeentebestuur in vroeger tijden) werden gehouden. Overigens is De Zwaan later (door ene Lenders) naar de Dorpsstraat overgeplaatst en is daar nog, met historische figuren in herinnering, onder andere Zwaansechannes en Lindernella.

Petronella Geutjens, dochter van Anna Cuypers huwt op 8 mei 1751 met de Meijelse herbergier Jan Lenders, woont met hem in ‘Den Swaen’ en wordt op 28 maart 1759 na acht jaar al weduwe tot haar dood in 1979. In hun huwelijk krijgen ze vijf kinderen, onder wie Hendrik (6 februari 1752) en Jan (6 augustus 1759).

Zoon herbergier Hendrik Lenders (raadslid van 1800 tot 1819) woont tot 1787 in Helden en trouwt er met de Heldense Adriana Korsten. De broer van Hendrik, brouwersknecht Jan Lenders, trouwt met Anna Martens.

De twee broers Hendrik en Jan Lenders worden extra gekoppeld als Arnold Lenders, oudste van de negen kinderen van herbergier Hendrik, in 1831 trouwt met zijn 24 jaar jongere nicht Petronella Lenders, dochter van brouwersknecht Jan Lenders. Zij krijgen voor dit huwelijk dispensatie uit Rome.
Als deze Arnold bij zijn geboorte ingeschreven wordt, blijkt dat de oude naam van betovergrootvader Lettiens of Litjens nog steeds gebruikt wordt. Men vermeldt hem in Helden niet als Arnold Lenders maar als ‘Arnold Letten’, bij zijn huwelijk in Meijel trouwens ook. Hij ondertekent de huwelijksakte echter met Lenders evenals zijn broer Willem in 1820. De landbouwer, koopman en herbergier Arnold Lenders is in 1843 eigenaar van het oude familiebezit totaal bijna 58 are. Arnold moet in Meijel gezien zijn als een hereboer, omdat hij een in die tijd ongekend groot grondbezit heeft: naast de genoemde 58 are nog 516 are bouwland, 39 are weiland, 139 are hooiland, 36 are dennenbos en 4 are moeras voor turfsteken in de MortelsePeelken.

Hendrik Adriaan Lenders, op 3 mei 1833 geboren als zoon van Arnold en Petronella Lenders, trouwt met Dorothea Neessen uit Helden en houdt zich steeds meer bezig met ‘boeren. De herbergactiviteiten zijn door de overgrootvader Arnold Cuypers immers al meer dan een eeuw eerder grotendeels verplaatst van de Molenstraat naar de Swaen aan de Kerkstraat. Andere familieleden gaan door met brouwen en bierverkopen, zoals de twee neven Hendrik Adriaan: Jan Adriaan Lenders, zoon van Jan Lenders, als bierbrouwer en gemeenteontvanger en Adriaan, zoon van Leonard Lenders, die de Zwaen verplaatst van de Kerkstraat naar de Dorpstraat in Meijel.

Met dank aan Roos Aerts-Lenders

Foto’s: PeelenMaasNet

U kunt de inhoud van deze pagina niet kopiëren