‘Dat is Molenbeersel’: een lied als cultureel monument
In het hart van Belgisch-Limburg ligt het dorp Molenbeersel, een plaats die voor buitenstaanders misschien klein lijkt, maar voor haar inwoners een wereld op zich is. Een dorp met een eigen ritme, dialect, tradities en verhalen. Eén van de meest tastbare uitingen van die lokale identiteit is het lied ‘Dat is Molenbeersel’, begin jaren tachtig van de vorige eeuw, uitgevoerd door Piet Wagemakers, een muzikant die zijn leven lang gewijd was aan het vastleggen van de ziel van zijn geboortestreek. Overigens maakte hij het lied niet alleen. Voor de muziek tekende Mietje Loyen en de tekst was van Naardje Laveaux.
Piet Wagemakers
Piet Wagemakers werd geboren op 4 februari 1934 in Molenbeersel en overleed op 13 april 2007 in Maaseik. Hij groeide op in een muzikale familie en ontwikkelde al op jonge leeftijd een passie voor accordeonmuziek.
De ouders van Piet hadden thuis een café en zoals gebruikelijk in die tijd werd er in het café regelmatig accordeon gespeeld. Als klein jongetje keek Piet naar diverse accordeonisten hoe zij hun instrument bespeelden en nam de vingersetting goed op in zijn geheugen. Dit deed hij na zodat hij zichzelf bekwaamde in het spelen van het instrument. Zijn vader liet hem vervolgens regelmatig optreden in zijn café. Piet was toen acht jaar.
Op 12-jarige leeftijd heeft Piet twee jaar les gehad van een pianolerares. Daar heeft hij notenleer gehad. Hierna volgde veel zelfstudie waarna hij zich bekwaamde in het accordeonspel. In de daaropvolgende jaren heeft Piet in verschillende dans- en amusementsorkesten in België en Nederland gespeeld. Met zijn orkest ‘Stardust’ heeft Piet in de jaren zeventig van de vorige eeuw veel in Oss gespeeld.
Zijn stijl was geworteld in de Limburgse volksmuziek, maar hij had ook een brede interesse in wereldmuziek, lichte muziek en dansmelodieën.
Wagemakers was geen beroepsmuzikant in de klassieke zin van het woord, maar hij was een ambachtelijk componist en arrangeur die tientallen nummers schreef en uitvoerde met zijn eigen orkest.
In november 1992 heeft Piet zijn 50-jarig jubileum als accordeonist samen met leerlingen en bevriende accordeonisten gevierd. Hij werd toen uitbundig in de bloemetjes gezet. Zijn muziek werd uitgegeven op vinyl en cd, waaronder het album ‘Hartewens’ in 1995. Hij werkte samen met lokale muzikanten en trad op bij dorpsfeesten, verenigingsavonden en culturele evenementen in Kinrooi en omgeving.
Toen Piet gestopt is met zijn orkest, heeft hij zich extra ingezet om de accordeon te promoten. Hij heeft zelf een aantal nummers gecomponeerd, die nog steeds regelmatig op accordeonfestivals gespeeld worden. In 2002 werd Piet bekroond met een accordeon-award.
Zijn muzikale nalatenschap is bescheiden in omvang, maar rijk aan betekenis. Hij was een culturele bruggenbouwer, iemand die muziek gebruikte om verhalen te vertellen en gemeenschappen te verbinden.
De geboorte van ‘Dat is Molenbeersel’
Het lied ‘Dat is Molenbeersel’ werd gecomponeerd begin jaren tachtig. De tekst werd geschreven door Naardje Laveaux, de muziek was van Mietje Loyen, een lokale dichteres en volkszangeres die bekend stond om haar liefde voor het dialect en de tradities van Kinrooi. Loyen werkte vaker samen met Wagemakers en leverde teksten voor meerdere van zijn composities.
Het lied werd geschreven ter gelegenheid van een radioprogramma van Radio 2 Limburg in Hasselt met Pol Cabus ‘Dorp in de kijker’. Het lied is een ode aan het dorp Molenbeersel, met verwijzingen naar herkenbare plekken, gebruiken en gevoelens. De melodie is eenvoudig maar krachtig, met een volks karakter dat uitnodigt tot meezingen.
De originele opname werd uitgebracht op een 7-inch vinylsingle onder het label H.O. Records, met als A-kant het nummer ‘H.O. Molenbeersel’ en als B-kant ‘Dat is Molenbeersel’. De single werd uitgebracht ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van voetbalclub Hoger Op Molenbeersel en verspreid via lokale verkooppunten en verenigingen, en werd al snel populair in de regio.
Mietje Loyen: Stem van het Limburgse dorpsleven
Hoewel ze geen landelijke bekendheid genoot, speelde Mietje Loyen een belangrijke rol in het bewaren en bezingen van de lokale cultuur. Haar werk weerspiegelt het leven in de dorpen van Belgisch Limburg: eenvoudig, warm, en sterk verbonden met traditie.
Loyen schreef haar teksten vaak in het dialect, waarmee ze niet alleen de taal maar ook het gevoel van verbondenheid met de streek levend hield. Ze was een vrouw van het volk, en haar woorden spraken tot het hart van de gemeenschap.
Door haar samenwerking met Piet Wagemakers kreeg haar werk een muzikaal leven, en werd het onderdeel van de collectieve herinnering van Molenbeersel. In een tijd waarin dialecten en lokale cultuur steeds meer onder druk staan, blijft haar werk een bron van trots en herkenning.
Eerste uitvoering en ontvangst
De eerste publieke uitvoering van ‘Dat is Molenbeersel’ vond plaats tijdens een dorpsfeest in Molenbeersel. Het lied werd gespeeld door het Orkest Piet Wagemakers, met accordeon, blazers en zang. De ontvangst was enthousiast: mensen herkenden hun dorp in de tekst en melodie, en het lied werd al snel beschouwd als een onofficieel volkslied van Molenbeersel.
In de jaren daarna werd het nummer regelmatig gespeeld bij kermissen, processies en religieuze vieringen, feestavonden van verenigingen en meer.
Het lied groeide uit tot een symbool van lokale trots, en werd vaak aangehaald bij gelegenheden waarbij de identiteit van Molenbeersel centraal stond.
Radio Speedway
Lokale zender Radio Speedway uit Molenbeersel is vele jaren haar dag-uitzendingen gestart met het nummer van Wagemakers. Dagelijks startte oprichter Willy Vrinssen de zender even voor 8.00u op, zodat stipt om 8.00u de klanken van ‘Dat is Molenbeersel’ door de ether schalden.
Versies en herinterpretaties
Door de jaren heen zijn er meerdere versies van ‘Dat is Molenbeersel’ verschenen. Eén van de spraakmakende versies werd in 2020 gemaakt. Dirigent Bas Clabbers van Fanfare Sint-Isidorus Molenbeersel schreef een nieuw arrangement op het nummer.
Elke versie draagt bij aan de levendigheid van het lied en toont hoe het zich heeft aangepast aan de tijd, zonder zijn kern te verliezen.
(artikel gaat verder onder de video)
Culturele betekenis
‘Dat is Molenbeersel’ is meer dan een lied, het is een cultureel monument, een muzikaal portret van een dorp dat zijn eigenheid koestert. In een tijd waarin globalisering en digitalisering lokale identiteiten onder druk zetten, biedt dit lied een tegenwicht: het herinnert mensen aan wie ze zijn, waar ze vandaan komen, en wat hen verbindt.
Voor oudere inwoners roept het herinneringen op aan jeugd, feesten en gemeenschapszin. Voor jongere generaties is het een toegangspoort tot het verleden, een manier om hun roots te ontdekken. Het lied wordt nog steeds aangehaald bij lokale evenementen, en is opgenomen in het repertoire van fanfares en koren in Kinrooi.
Slotbeschouwing
Piet Wagemakers heeft met ‘Dat is Molenbeersel’ een blijvend eerbetoon gecreëerd aan zijn geboortedorp. Samen met Mietje Loyen wist hij de essentie van Molenbeersel te vangen in woorden en muziek. Het lied leeft voort in opnames, uitvoeringen en herinneringen, en vormt een brug tussen generaties.
In een wereld die voortdurend verandert, blijft dit lied een baken van herkenning. Het is Molenbeersel—zoals het was, zoals het is, en zoals het altijd zal blijven.
(artikel gaat verder onder de video)
Beelden uit 1997
Waar beek en lossing bloeien,
De purperen heide bloeit
Waar jolige kinderen stoeien,
En weelderig het veldgewas groeit.
Waar eendracht, vreed en liefde,
De mensen steeds vereent.
Daar zijn wij gelukkig te leven,
Midden groenende velden en beemd.Refrein:
Dat is Molenbeersel, dorpje aan de grens.
Daar rustig te leven is ieders hartenwens.
Daarom, Molenbeersel, u blijven we trouw,
Heerlijk dorpje klein uit de Kempengouw.De Manestraat en Groezen,
Grootbeersel en de Hei.
Op Winkel, de Vlasbrei en de Teunenhoek,
De Smeetsstraat, Oud Kevelaer en Broek.
En dan uit vroeger jaren
Die oude Schansenhoek.
Die moest er ons dorpje bewaren,
Tegen ieder vijandig gebroed.Refrein
Fanfaar en schutterijen,
Bloeien reeds vijftig jaar.
De jeugd, zowel jongens als meisjes,
Gaan allen eenparig te saam.
En jonge flinke mannen,
Als ruiters zeer patent.
De voetbal- en accordeonclub
Zijn van heinde en verre bekend.Refrein

Heel mooi om dat nog eens terug te horen dikwijls meegezongen in mijn jonge jaren