Film over Gé Reinders op L1 TV

Op veler verzoek gaat L1 televisie ‘Gé Reinders, de film’ herhalen. In de stamboom komt Gé voor, vandaar aandacht voor dit bericht.

Maurice Nijsten maakte met assistentie van Dénise Nijsten een lange documentaire over Gé Reinders. Gé werd bijna zeven jaar regelmatig met de camera gevolgd bij zijn uiteenlopende werkzaamheden en muzikale optredens.

De film geeft een unieke kijk in het leven van deze Roermondse zanger. Bovendien komen allerlei mensen uit Gé’s omgeving aan het woord, zoals onder andere zijn echtgenote Marjan, Suzan Seegers, Youp van het Hek, Hardy Mertens en Syb van der Ploeg.

‘Gé Reinders, de film’ wordt nog uitgezonden bij L1 TV op 21 en 23 maart om 15.15 uur. Overigens: Deze anekdote komt er niet in voor.

Gé kondigde in 2017 zijn eigen film die toen in première ging, op sociale media aan:

Gé Reinders in het Duits?!?

De in Roggel woonachtige Carmen Nazarski nam in de jaren tachtig de muziekwinkel van haar ouders, Eduard Joseph Dirk Nazarski en Catharina Maria Jacoba (Toos) van den Beuken, over. In de winkel waren eerst muziekinstrumenten te koop maar naderhand konden er langspeelplaten, singeltjes en cassettebandjes gekocht worden. Carmen heeft een leuke anekdote die zich afspeelde in het pre-digitale tijdperk. In Roggel woonde de familie Reinders, een van de dames trouwde met mijn oud-oom Sjra Frencken en twee zussen Reinders bleven bij elkaar wonen. Over die twee zussen gaat dit verhaal…

De zussen Reinders, Ans en Zus, woonden in een woning aan de Maasstraat in Roggel. Op een mooie dag betrad een van de dames de winkel van Carmen Nazarski, die op een steenworp afstand lag. “Ik kan het me nog goed herinneren”, vertelt Carmen. Mevrouw Reinders vroeg naar een cassette van Gé Reinders, dit was familie van haar, zo zei ze, en ze wilde graag zijn muziek beluisteren.” Van de Roermondse artiest Gé Reinders waren geen muziekcassettes, enkel langspeelplaten, maar daar hadden de dames niets aan.

Om de dames Reinders toch te laten genieten van het succes van haar achterneef, bood Carmen aan om een cassettebandje op te nemen met het meest recente werk van Gé. “Ik kan me het gebeuren nog goed voor de geest halen”, zo vervolgt Carmen Nazarski. “Na enkele dagen was de cassette klaar en ging ik hem afgeven bij de dames. Enkele uren later kreeg ik een telefoontje. Het was Zus Reinders. Ze vertelde dat ze het wel een hele vreemde cassette vond, want ‘Gé zingt enkel in het Duits’, zo vertelde ze.”

Carmen wachtte even met antwoorden. “Gé Reinders die alleen maar Duits zingt, is wel een beetje vreemd. Dialect en Nederlands zou het moeten zijn, als het Engels was zou het eventueel ook nog wel kunnen, maar Duits…”, zo vroeg Carmen Nazarski zich hardop af…, want ze kon zich niet herinneren dat ze een Duits liedje tijdens de opname gehoord had. “Ik kom de komende week even langs”, vertelde Carmen aan Zus Reinders.

De dames Reinders woonden op een steenworp afstand van de muziekwinkel van Carmen, dus enkele dagen later ging Carmen naar de dames toe. Haar komst werd gewaardeerd. “Ik werd door beide zussen warm ontvangen. Ze stonden voor een groot raadsel, ze begrepen er he-le-maal niets van, want hoe zat dat nu met hun in het Duits zingende achterneef.”

Carmen werd doorgeleid naar de keuken, de plek waar vroeger zo ongeveer iedereen zijn radio of cassettedeck had staan, meestal op het aanrecht of de koelkast. “Ik ‘inspecteerde’ het apparaat: de cassette zat er goed in, het play-knopje deed het ook èn de stekker zat in het stopcontact. Alle ‘ingrediënten’ waren aanwezig”, zo vervolgt Carmen.

De dames waren bijzonder gastvrij, er werd koffie geserveerd en zo werd er nog over van alles en nog wat gesproken. “Maar toen ik het apparaat aanzette hoorde ook in Duitse muziek”, aldus een verbaasd kijkende Carmen. “Nog maar eens kijken…”

Met een deskundige blik keek Carmen Nazarski nog eens goed naar het apparaat, en bij een heldere ingeving zag ze het euvel: ‘het apparaat stond niet op de cassettespeler afgesteld maar op de radio en laat die radio nu net op WDR4 staan afgesteld die in die tijd de hele dag Duitstalige muziek uitzonden!’

“Zonder te lachen en zonder cynisme heb ik de dames op het kleine foutje gewezen en nam ik weer vriendelijk afscheid”, zo besluit Carmen Nazarski de anekdote van haar twee dorpsgenoten.

In de stamboom: Gé Reinders

Dialectnummers zoals ‘Blaosmeziek’ en ‘D’n Hoaf’ zijn landelijk bekend. De in Beringe geboren Gé Reinders komt ook voor in de stamboom op deze pagina, want hij heeft een bloedverwantschap. De grootvader van Gé was Kobben Hein, een broer van Gerardus Reinders. En de schoonzoon van deze Gerardus, Gerardus Frencken (1911-1987) was een oom van mijn moeder.

Gé Reinders is op 12 september 1953 geboren in Beringe als de jongste van drie kinderen. Zowel zijn vader als zijn moeder waren onderwijzers. Op zijn zesde verhuisde het gezin naar Leeuwen, gemeente Roermond, omdat Pa daar een baan kreeg. Zelf zegt hij: “Achteraf gezien denk ik dat mijn ouders lieve maar wel getekende mensen waren. Mijn moeder heeft in de oorlog meer dan een jaar vast gezeten onder andere in Ravensbrück. Pa wilde graag priester worden maar werd na een ongeluk weggestuurd van Rolduc. Bij ons thuis hing voor mijn gevoel geen fijne sfeer. Mijn jeugd voelde niet echt gelukkig. Ik wilde vooral weg.”

De muzikale scholing van Gé begint met pianoles wanneer hij 9 jaar is. Op de middelbare school speelt hij in diverse bandjes. “We speelden alles, als er maar mooi gezongen werd: van Moby Grape, Them, lan Matthews tot Dylan. In de vierde klas begon ik eigen nummers te schrijven. Mijn eerste optreden was op de Vastenactieshow van het Bisschoppelijk College. We speelden The Boxer van Paul Simon en een James Taylor-nummer dat we kenden via Ian Matthews: Something In The Way She Moves.”

Reinders woont nog steeds in zijn geboortedorp Leeuwen, onder de rook van Roermond. Hij zong meerdere liedjes over zijn moeder, zoals ‘Mien Mooder in ’45’ en ‘Van Horens’.

U kunt de inhoud van deze pagina niet kopiëren