Eerste postkantoor in Helden bij huize Frencken
Tegenwoordig kunnen we het ons allemaal nauwelijks voorstellen, maar begin vorige eeuw moesten allerlei zaken buitenshuis geregeld worden. Ook contact opnemen met iemand anders was niet zo eenvoudig. Telefoons waren nog geen gemeengoed en van bijvoorbeeld What’s App had men begin 1900 nog nooit gehoord. Een postkantoor was eind 1800 in de communicatie een onmisbare schakel. Reeds in 1898 beschikte Helden over een telefoonverbindingskantoor. De eerste posthouder van Helden was Hubertus Frencken (1873-1928).
Hoewel het eerste postkantoor eind 1898 opende, werden al in januari van dat jaar voorbereidingen getroffen. In ‘De Nieuwe Koerier’ van 25 januari 1898 is te lezen dat de burgemeester van Helden, Jan Janssen, pogingen in het werk stelde om van de ‘Hooge Regeering’ te verkrijgen, dat er een Telephonische verbinding van Helden naar Venlo gerealiseerd zou worden.
Op 19 april van datzelfde jaar werd bekend dat het postkantoor in Helden-Dorp maar ook in Panningen er zou komen. In Helden vond men Hubertus Frencken bereid als posthouder aan de slag te gaan. Toch duurde het nog meer dan een half jaar voordat de installatie geïnstalleerd werd en Hubertus aan de slag kon.
Hubertus was bedreven in het schakelen tussen de enkele telefoonlijnen die in het huis van zijn peetoom, Siegfridus Frencken (1839-1907) aan de Molenstraat in Helden binnen kwamen. Deze woning stond bekend als Helden-Dorp 545/707. Enkel enkele notabelen hadden de beschikking over een telefoontoestel. Het waren diezelfde notabelen die in 1899 een verzoek indienden om te komen tot de vestiging van een hulppostkantoor. Tot op dat moment werd de post afgehaald op het station te Reuver en via Helden naar het hulppostkantoor te Panningen gebracht. Als voornaamste reden werd opgegeven de snellere en kortere verwerkingstijd van de poststukken.
De eerste dag van opening had Hubertus Frencken het erg druk als postkantoorhouder. Hij moest maar liefst 19 telegrammen versturen, zo blijkt uit een artikel in De Nieuwe Koerier van zaterdag 1 oktober 1898.
In 1907 kwam Siegfridus, die kleermaker van beroep was, te overlijden. Hubertus Frencken ging in de woning aan de Molenstraat wonen, samen met zijn echtgenote, Maria Anna Creemers (1872-1935) en stichtte een gezin.

De eerste jaren liep het hulppostkantoor rustig, totdat in 1911 een noodlottige brand roet in het eten gooide. Het postkantoor werd door brand verwoest. Blussen ging nog niet zo snel, want het water moest van De Pool in emmers naar de Molenstraat gebracht worden. Het huis, waar het hulppostkantoor in gevestigd was, werd herbouwd en in 1912 ging de dienstverlening door vanuit het pand dat vele jaren later dienst zou doen als bakker (Bakkerij Peeters) en nog vele jaren later als cafetaria. In ‘De Nieuwe Koerier’ van die tijd staat te lezen:
‘Tegelijk met de opening van den tram zal het nieuwe telefoonkantoor met annexe huizing van den heer H. Frencken gereed zijn. ’t Heele gebouw levert voor ons dorp een fraaien aanblik op. Tegen Paschen kan de telefonische verbinding Venlo-Helden (dorp) weer plaats hebben.
In Nieuws- en Advertentieblad Midden Limburg van zaterdag 17 april 1926 staat een verslag van de gemeenteraadsvergadering van de week daarvoor te lezen. Hieruit blijkt dat op de betreffende vergadering gesproken is om het postkantoor in Panningen om te vormen tot hulppostkantoor. Financieel gewin zou hieraan ten grondslag liggen. Onder voorzitterschap van burgemeester Frans Peter Mathis van Cann, laat wethouder Janssen in het verslag van bijna 100 jaar geleden optekenen dat hij meent dat Hubertus Frencken voor het hulppostkantoor in zijn woning te hebben, 80 à 90 gulden krijgt. Dit zou een bezuiniging kunnen zijn wanneer men dezelfde constructie in Panningen zou toepassen. Zover kwam het echter niet, in Panningen kwam een groot postkantoor op de markt.
Hubertus Frencken overleed op 16 december 1928. Het hulppostkantoor bleef echter in de woning aan de Molenstraat, want Frencken’s echtgenote, Maria Creemers woonde er nog. Enkele Heldenaren werkten in het postkantoor maar een vastere vorm was gewenst. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog lagen de prioriteiten elders.
Net na de Tweede Wereldoorlog verhuisde het hulppostkantoor van de Molenstraat naar het Mariaplein in Helden, recht tegenover de kerk. In het huis van ‘Kranes-Hein’ was Nelly Kranen in 1906 geboren. Zij was in 1938 getrouwd met Siegfried (Sief) Frencken, de zoon van de eerste postkantoorhouder van Helden. En Nelly had een jongere zus, Mia Kranen (1922).
Hij stelde haar voor deze dat zij deze functie uit zou gaan oefenen en zo geschiedde. Het was wel druk in het huis van Kranes-Hein. Zoon Jac woonde er met zijn vrouw Nell Reijnders en ook Kranes-Hein en zijn vrouw woonden er in. Kranes-Hein (Hendrik Josef Kranen) was kapper, Jac werkte hier mee en daarnaast was er het hulppostkantoor gevestigd. “Ik kan me nog wel het een en ander herinneren”, zo vertelt dochter Mia Kranen. Opa en oma Kranen woonden bij mijn ouders Jac en Nell in en hadden op de eerste verdieping een kamer en op de gang aldaar een mini-keuken voor zichzelf.”
Toen in 1949 Nelly Kranen kwam te overlijden was zus Mia steeds meer in het huishouden van Sief Frencken te vinden om voor de kinderen te zorgen waardoor er geen tijd meer over bleef om in het hulppostkantoor te werken.
Het (hulp)postkantoor verhuisde weer, ditmaal naar de van Hövellstraat. Begin jaren vijftig was Mia Schers, die trouwde met Karel Absil een graag gezien gezicht rondom brieven, postzegels, rekeningen en zo meer. ‘Mia van de Post’, zo werd ze liefkozend genoemd, oefende tot eind 1988 de functie uit. In dat jaar ging ze met de VUT. Hiermee verdween het postkantoor in Helden als zelfstandig gebeuren en werd eerst een mobiel postkantoor gelanceerd dat enkele malen per week in Helden te vinden was; naderhand werd in de lokale supermarkt een postfaciliteit ingericht.

Voor één van die feesten in 1933 maakt de dan 17-jarige Wiel Kranen ter gelegenheid van het 60-jarige kosterschap van Graad Pubben een speciaal lied. Het werd op het feest door een aantal aanwezigen gezongen. Dat waren Wiel Kranen zelf, Sief Frencken, Wiel Peters, Jo Wilms, Johan Crijns en Pierre van Soest. Het werd kennelijk zo’n succes dat het repertoire uitgebreids werd en meerdere optredens volgden.
Naar aanleiding van een optreden schreef een zekere P.F. Chriger (pseudoniem?) als recensent een welwillende, maar soms ook opmerkelijk kritische recensie in Midden-Limburg van zaterdag 24 oktober 1936.
Nadat de recensent zijn ergernis over de valse piano heeft geuit (‘meer ’n groote afbreuk danwel ’n versierende omlijsting van het geheel’) gaat hij verder: ‘Der Onkel Bumba’ werd zonder eenig teken van ‘spraakgebrek’ in een bewonderenswaardig vlot tempo uitgevoerd, waarna in ‘de Kapelle’ het hoogtepunt van dezen avond werd bereikt. Dàt was muziek! Zeer zeker, in zulk een voordracht, hét succesnummer voor ieder gehoor, waarin zoowel piano alsook alle stemmen tot hun volste recht komen. Was ’t hierdoor dat ‘Guter Mond’ minder goed voldeed? ’n Licht nummer, dat door een té gemakkelijke uitvoering, té licht aandeed. Flink articuleren is goed, maar dit mag toch zeker bij het bezingen van den zacht zwevenden gang der naam niet in een te afzonderlijk overgaan!
In ‘Midden-Limburg’ van 15 oktober 1987 werd dit sextet met een artikel ‘Terug in de tijd’ nog eens in herinnering gebracht. Het was toen vijftig jaar geleden dat ze voor de radio zongen. Het gezelschap heeft maar een relatief kort bestaan gekend (1933-1938).
De keus voor Charles Frencken was niet zo moeilijk. Hij had een florerende wijnhandel in Oosterhout die hij had overgenomen van zijn vader. Deze zaak gaf diverse zegelloodjes uit die bevestigd werden aan de wijnflessen. Vanaf 1924 was hij sinds politiek actief in Noord-Brabant als lid van de Gedeputeerde Staten in die provincie.
Toch werden een incassobureau en een onderlinge glasverzekering opgericht en werd het handelsonderwijs gestimuleerd. In 1911 waren er 622 leden in 8 afdelingen, in 1913 800 in 10 afdelingen.
Na 1918 kwamen moeilijke jaren. Door de ondergang van de Hanzebank ontviel de Bredase bond een belangrijke vaste inkomstenpost en ontstond zelfs een schuld. Ook het ledenaantal verminderde sterk.